In gesprek met Octavie Wolters.
Door Elfie Tromp
Octavie Wolters expositie in Gallery Untitled is te zien tot 9 april 2023.
Klik hier voor meer informatie over haar werk.
Een vogelkolonie komt mid-vlucht tot stilstand. Met zijn tientallen hangen ze pontificaal in de expositieruimte van Gallery Untitled. De toeschouwer mag er zijn eigen spiraal omheen wandelen of er middenin gaan staan en even deel worden van het troostende, introspectieve vogeluniversum van Octavie Wolters.
Octavie maakt beeldend werk en schrijft. Haar prentenboek Het Lied van de Spreeuw (2021) werd een groot succes en beleefde meerdere vertalingen en herdrukken. Het succes zit ‘m misschien in de helderheid van haar beeld én taal die even helder als diepzinnig, even aards als mystiek is. Net als vogels zelfs.
Je linosneden worden bevolkt door natuurlandschappen en vooral vogels. Hoe zijn de vogels je muzes geworden?
In artistiek opzicht houd ik van vogels omdat ze zulke soepele lijnen hebben en er zoveel beweging in hen zit. Zelfs als ze stilzitten voel je hun beweeglijkheid in alles, het zit in hun hele fysiek. Dat past heel goed bij wat ik wil maken in linosnede, ik zoek in mijn werk altijd naar de vloeiende lijn. Verder vertederen vogels me altijd, hoe ze hun kopjes schuin kunnen houden als ik langsloop, hoe ze me aankijken. Dat wil ik graag overdragen, mijn gevoel van ontroering wil ik doorgeven aan mijn publiek.
Is er een vogel die je lievelings mag heten?
Ik ben gek op alle roofvogels, grote indrukwekkende buizerds bijvoorbeeld, die stevige klauwen, die snavel, mijn hart maakt altijd een sprongetje als ik er een van heel dichtbij zie. Het is wel het basisgevoel van wat de natuur in zijn algemeenheid me geeft: een gevoel van kleinheid, van nederigheid. In de natuur is alles zoals het is, alles gaat volgens zijn eigen wetten, de natuur leert me dat ik mag zijn zoals ik ben. Dat ik mag maken wat ik wil maken. Dat het goed is.
In Gallery Untitled komen je vogels van de pagina af en hangen ze met tientallen in de lucht als een geweldige, verstilde zwerm die op pauze zweeft als de toeschouwer binnen komt. Als een mobile voor volwassenen én kinderen. Wat hoop je dat jouw vogels aan hun toeschouwers geven?
Dat mensen zich verwonderen over de grootsheid van de natuur. Ik stond eens in het open veld tijdens de schemering en ik zag en hoorde kraanvogels laag overkomen. Heel stil ben ik blijven staan en tot mijn grote verbazing zette de troep de landing in. Het was een hele grote groep en ze cirkelden in spiraalvorm heel langzaam naar beneden tot ze allemaal geland waren. Ik stond er middenin. Dat was een magische ervaring, ik lichtte helemaal op vanbinnen. Dat ik dit had mogen aanschouwen! Dat bijzondere gevoel heb ik opgezocht toen ik deze zwerm maakte, ik wil dat mensen voelen hoe bijzonder de natuur is.
Je bent zowel schrijvend als beeldend aan het werk. Je schrijvende werk is beeldend en je beeldende werk ook verhalend. Wat is het belangrijkste verhaal dat je wil delen?
Ik denk dat de kern van alles wat ik maak wortelt in mijn eigen zoektocht naar mezelf, naar wie ik ben, naar wat mij mij maakt. Alles wat ik voel, alles wat mij drijft, het verbindt mij aan de rest van de mensheid, aan de rest van de wereld. Als ik iets voel dan ben ik nooit de enige, wat ik tegenkom in mijn afdalen naar mijn wezenlijke ik kan niet anders dan universeel zijn. Ik ben tegelijkertijd het unieke individu en de meest doorsnee mens die er bestaat. Ik ben de enige en de alzijdige ik ineen. Het belangrijkste wat ik wil vertellen is dat het goed is, dat we goed zijn zoals we zijn.
Je bent spaarzaam met het toevoegen aan kleur in je lino’s. Soms een gele snavel, soms een gouden cirkel of een blauwe waas over een akker. Hoe kies je die kleuren?
Ik kies niks, ze kiezen mij. In mijn beeldende werk laat ik me leiden door het diepe weten. Daar is geen twijfel. Dat is overigens de enige plek waar ik dat echt kan, in mijn schrijven vind ik dat bijvoorbeeld veel moeilijker, en in het leven ook.
Waarom is het kunstuniversum van Octavie zo uitgebalanceerd qua kleur?
Ik werk nu aan een boek waarin de prenten veel kleurrijker zijn. Het is wat ik zie, ik zie een plaatje in mijn hoofd en dat maak ik. Het is niet meer dan dat.
Dit is wie ik mijn hele leven al was.
Ik ben geworden wie ik ben.
– schrijf je op je weblog over het werk dat je maakt na je depressie. Je spreekt erover als een louterende ervaring. Is het kijken naar vogels dat ook?
Ik zou het woord helend willen gebruiken. Het kijken naar vogels verschaft me geluk, emoties, contact met mijn eigen kwetsbaarheid. Dat voelt genezend in zekere zin, ja.
Je hebt -zover ik weet- vooral wilde vogels vereeuwigd. Hebben tamme vogels ook een plek in jouw werk?
Nee. Hoewel ik van elke vogel evenveel kan genieten, beeld ik ze nooit af. Daar heb ik veel over nagedacht en ik weet niet zo goed waarom niet. Ik voel op dit moment in mijn werk sterk de behoefte om me te richten op inheemse Nederlandse vogels. Ze voelen voor mij het meest aards, het meest dichtbij. Misschien omdat ik ze me het meeste raken, de bijzonderheid als ik een kieviet in het wild zie of een leeuwerik. Dan voel ik me het meest de verwonderde toeschouwer.
Als je dan een vogeleigenschap zou mogen hebben, welke zou je zelf het liefst willen krijgen?
De vrijheid. Ik vind vrijheid een moeilijk concept. In mijn beeldende werk kan ik het vinden, op andere plekken worstel ik ermee. Ik denk wel eens dat dat mijn lot is, dat alle vrijheid zich in hoge mate concentreert in één aspect van mijn leven.
Waar komt jouw werk het best tot zijn recht?
Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk dat mijn werk heel sterk tot zijn recht komt als ik al mijn disciplines samen kan voegen. Als het een soort weefsel wordt van het beeldende en het geschreven woord, van het platte vlak en het driedimensionale, als ik mijn persoonlijke verhaal kan laten doorschemeren of juist prominent kan vertellen als ondersteuning bij al het andere. Als mensen mij vanuit de diverse invalshoeken leren kennen, steeds een stukje van mij. Alles wat ik maak onthult een deeltje.