Het velletje van de frikandel

Vlak voor de opening van ‘De Ambachtelijke Frituurcollectie’, is de opbouw van de expositie nog in volle gang. Het is warm. We treffen Florian Borstlap en Ko de Kok tussen hun nieuwste werken. Middenin de zaal staat een vitrinekast met een enorme frikandel speciaal erin. Overal waar je blik landt zijn kleine verassingen te vinden. Een gebakken ei hoog aan de muur, een net verstopt lijstje met een tekening van een kapsalon, een rij frikandellen speciaal in een kastlade. 
Enkele frietjes die je als oorbel of ketting kan dragen. Nadat er nog even overlegd is over welke kroket waar in de zaal hoort zoeken we in een andere ruimte van Untitled de koelte op. Ko trekt zijn grote schoenen uit en Florian volgt. In een kleine kring van drie en op blote voeten beginnen we aan het interview. 

KO: Probeer af en toe ook wat ruimte over te laten voor mij, want anders hoor je alleen maar Florians verhaal. Over het algemeen ben ik het wel met hem eens, maar toch.

Florian is een beetje de druktemaker van jullie twee?
KO: Verbaal is hij net wat sneller, maar dat zegt niet alles.

Het is niet zo dat Florian binnen het maakproces de leiding neemt en jij erachteraan loopt?

FLORIAN: Ik ben wel wat dominanter. Maar dat wil niet zeggen dat Ko niet voor zichzelf op kan komen.

Ik vroeg nog na hoe jullie zouden zijn om te interviewen, omdat jullie me als performance kunstenaars ook best stampijschoppers leken. Maar het gaat wel meevallen dus? 
FLORIAN: We moeten moeite doen om serieus te zijn. Maar die moeite nemen we nu ook.
KO: Ja.


Hebben jullie af en toe tussendoor even een momentje nodig?
FLORIAN: Dat hangt van de vragen af.

De eerste vraag die ik jullie wilde stellen is eentje waar ik al veel discussie over gelezen heb en hij luidt als volgt: 
Is het friet of patat?
FLORIAN: Ik geloof dat het in Rotterdam wel echt patat is.
KO: Ik kom uit Zeeland en ik heb heel lang moeite gehad met ‘patat’ uitspreken. Ik ken dat niet, het zit gewoon niet in mijn systeem. Het was altijd friet. Toen ging ik in Rotterdam naar het Grafisch Lyceum, en had ik het altijd over ‘friet’ en mensen vonden dat gewoon raar. 
Zeiden ze: ‘Het is gewoon patat, toch?’ Dat vond ik dan weer raar. Dus voor mij blijft het gewoon friet.
FLORIAN: Het is een beetje een regio-ding.

Voor deze expo zullen we het dus op frietjes houden?
FLORIAN: Het is frituur, frietekes. Maar kan allebei. Het maakt ook eigenlijk niet uit.
KO: In Zeeland heten aardappels petoten.

Ko, jij komt dus uit Zeeland. Hoe zit dat voor jou Florian, kom jij uit Rotterdam of ergens anders vandaan? 
FLORIAN: Ik kom uit Tiel. Ongeveer vijfhonderd kilometer ten noorden van Parijs.
KO: Flipje komt daar vandaan. En Jomanda.
FLORIAN: Daar zijn we ook erg door geïnspireerd. De volgende show die we gaan doen gaat alleen maar over fruit. En Jomanda komt optreden.

Oh, echt? 
FLORIAN: Nee.
KO: Nee.

Nu we het toch over fruit hebben. Een hele expositie die alleen maar om snacks draait, is dat een soort manier om je af te zetten tegen de huidige gezondheidstrends van fitgirls, fitboys en havermelk?
KO: Nee, daar heeft het eigenlijk niks mee te maken. Net zoals de meeste dingen in ons leven is het ons overkomen. We werden vorig jaar gevraagd om iets te doen voor de Culturele Supermarkt van Roodkapje. Daar zijn de eerste frietjes ontstaan.  En daarna hadden we al gauw meer ideeën. Florian kwam vrij snel op die frikandel speciaal. Toen we wisten dat we hier gingen exposeren zijn we daar naartoe gaan werken.
FLORIAN: Daarvoor al. De reden dat we hier voor de expo zijn gevraagd was dat we al wat van die sculpturen en tekeningen hadden gemaakt.
KO: En dat escaleerde verder. We begonnen met frietjes en daarna kwam de rest vanzelf
FLORIAN: We komen er ook achter dat er iedere keer weer nieuwe ideeën zijn. Het zal ons wel blijven achtervolgen, dit project. Dat is ook wat ik vaker heb gemerkt in mijn beroepspraktijk. Goede dingen ontstaan en dan ontdek je steeds meer daarin. Zolang je vol blijft houden en doorfrituren krijg je steeds meer werkstukken.

De werken voor deze expo komen natuurlijk niet echt uit de frituur. Er zijn een aantal verschillende werkprocessen gaande. Zowel ruimtelijke werken als tekeningen. Hoe ontstaat die verdeling?
KO: We hebben allebei een heel ander karakter. Florian vindt dat onderzoeken en testen heel leuk en hij heeft daar ook geduld voor. Ik heb wel geduld voor tekenen, maar verder niet zoveel.
FLORIAN: Ko is al sinds hij een potlood vast kon houden aan het tekenen. Op de kunstacademie was volgens mij zijn doel ook om zo realistisch mogelijk te leren tekenen. Dat heeft hij toen geperfectioneerd.
KO: Die frietjes hebben we wel ook samen gemaakt. Ik ben inderdaad veel bezig met tekenen. Dat is meer mijn expertise. Florian is van oorsprong meer van de sculpturen en keramiek. Hier en daar komt het ook samen. Dat de lijst bijvoorbeeld van paneermeel is, of discodip. Die maakt Florian dan bij mijn tekeningen. Daar ontmoet het elkaar.

Hoe kennen jullie elkaar?
KO: We hebben elkaar ontmoet op een feestje.
FLORIAN: Nee, dat is niet waar. Ik had verkering met Ko’s buurmeisje en toen dat allang uit was dacht ik op gegeven moment: laten we eens samen werken.
KO: Ja, en op een later feestje kwam Florian naar me toe en zei: “Kom eens naar mijn tekening kijken”. Toen gingen we daarover praten en daarna af en toe afspreken en toen vrij gauw een project samen.
FLORIAN: Toen hebben we samen een grote platenhoes gemaakt voor een project.
KO: En vanaf dat moment hebben we veel samengewerkt en zijn we daar niet mee opgehouden.

Hebben jullie wel eens onenigheid gehad tijdens het maken?
KO: Wij houden ons niet in tegen elkaar. Een beetje alsof we familie zijn. We kunnen echt lomp zijn samen. Maar soms is het ook projecteren.
FLORIAN: Dat kunnen we ook snel vergeven en goedmaken. Je hebt twee verschillende ruzies tussen ons. Die op persoonlijk vlak, zo van: “waarom ben je zo onhandig, waarom doe je dit?”
KO: “Waarom kan je geen kritiek aan?”
FLORIAN: Ja, die. En ruzies over het maakproces. Al hebben we die eigenlijk bijna niet. Dat is altijd opbouwend. Al vanaf het begin.
KO: Daarin kunnen we ook afstand nemen. Als Florian kritiek heeft op mijn techniek vind ik dat alleen maar fijn. Ik identificeer me niet met de kwaliteit van mijn werk. Zo vullen we elkaar ook aan. Ondanks dat Florian meer ruimtelijk werkt en ik teken.

Jullie zitten dus altijd samen te werken?
KO: Ja, we hebben samen een atelier. Zo beïnvloeden we elkaars proces ook. Dan loop ik even langs en zeg ik: “Ziet er mooi uit.” En andersom ook.

Hoe bepaal je welke hapjes geschikt zijn om te ‘snacksposeren?’ 
FLORIAN: We wilden eerst de klassiekers doen. Dus we hadden al snel de ook de frikandel.

Specifiek de frikandel speciaal ook, toch?

FLORIAN: Ja, de snacks die ook goed zijn te imiteren. In het begin was het heel erg zoeken. Ook naar hoe je bijvoorbeeld de sauzen goed kan nabootsen. Dat was nogal veel materiaal-onderzoek.
De uitjes werden uitendelijk tie-wraps die je op elkaar plakt.
KO: Het moest plastic zijn en dun. Toen ging ik nadenken en kwam ik ineens op tie-wraps en Florian zei: “We moeten ze op elkaar plakken.”
FLORIAN: Het meest arbeidsintensieve van de expo was ook de uitjes maken. Die moeten per tie-wrap opgeschuurd en ontvet worden.

Uitje voor uitje opschuren? 
KO: Je plakt ze eerst in een grote strip allemaal op elkaar.
FLORIAN: En dan snij je die strip. Dan moet het op kleur gebracht worden en verlijmd en schoongemaakt en gesneden. Ook op een bepaalde manier, want je wil willekeurigheid daarin maar ook een bepaald soort vormen. Niet te egaal.
KO: Dat is ook iets wat ik me bedacht: Jij hebt heel veel tijd gestopt in onderzoek. Testjes maken en kijken hoe het werkt. Ik ben al zo lang aan het tekenen. Voor mij was het vooral heel veel werk rond het realistisch krijgen van die tekening. Ik heb niet veel weg hoeven gooien. Bij Florian zit zoveel tijd in het testen.
FLORIAN: Zo heb je bijvoorbeeld die grote frikandel, de allergrootste. Daarbij was het ook weer een hele zoektocht om vijf keer zo grote uitjes te maken.

Daar kan je natuurlijk weer geen tie-wraps voor gebruiken.
FLORIAN: Nee. Dat is perspex. Daarvoor moest eerst iemand gevonden worden met een lasersnijmachine. Toen hebben we stroken gemaakt. Daarna dat weer verlijmen en schuren en per stuk polijsten. Daar heeft onze stagiair ook aan meegeholpen. Dat noemen we de bedrijfsuitjes nu.
KO: Heel flauw dit.

Het lijkt me iets heel meditatiefs en tegelijkertijd een proces om gek van te worden. 
FLORIAN: Ik ben blij dat het erop zit.
KO: Met die frietjes tekenen dacht ik op gegeven moment wel: Wéér een frietje.

Hoeveel hebben jullie er gemaakt?
FLORIAN: Dit is alweer de tweede serie.
KO: Volgens mij hebben we nu al zo’n zestig frietjes getekend. Er zit wel variatie in.

Hoe kies je zo’n vorm uit voordat je een tekening maakt? Er zitten er best wel wat in een zak. Haal je ze er allemaal uit om een goede te vinden? 
KO: De frietjes hadden we op gegeven moment wel onder de knie.
FLORIAN: De andere snacks hadden meer onderzoek nodig. Waarbij we veel gingen bestellen en eten en vragen.
KO: Ja, dan ging Florian bellen.
FLORIAN: Dat was wel heel leuk. Je hebt snackbar Florida in Spangen. Supergoede snackbar. Lekkerste friet van Rotterdam, echt een aanrader. Die belden we dan op. Best spannend omdat we niet wisten hoe ze zouden reageren. Dan zei ik: “Sorry, ik heb een hele rare vraag. Hoe groot is een frikandel?”
En die man: “Ja, een frikandel is ongeveer 18 cm. ”
“Dankuwel.”
“Ok, goede dag verder.”
En dan de de volgende dag weer bellen: “Hoe groot is een kaassouflé?”
Kregen we elke keer gewoon bloedserieus antwoord. Uit zijn hoofd.
KO: Da’s ook niet vanzelfsprekend.

Veel van die snacks kan je natuurlijk prima visualiseren in je hoofd, maar dan is het opeens een veel preciezer werk wanneer je ze na moet maken?
FLORIAN: Ja, dat is ook waar we achter kwamen met bijvoorbeeld schaal. De eerste expo was in december, toen hadden we open atelier en had ik alleen 3D-dingen op ware grote gemaakt. Frikandel speciaal, kaassouflé, kroket, bitterballen. Die hadden we in ons atelier neergelegd en toen keken we ernaar en dachten we: ‘Kut, het is net alsof we hier gewoon wat snacks hebben neergelegd.’
Zo zijn we ook op die enorme frikandel gekomen. Er moesten grotere werken bij om het uit de context te trekken. Op die manier wordt het ook een soort pop-art.
KO: Omdat je die snacks nooit in zo’n context ziet. Daardoor wordt het kunst.
FLORIAN: Nu zitten er magneetjes achterop de snacks op ware grootte. Dan kan je ze op je koelkast plakken en nu klopt het ook weer. Om ze op die manier te gebruiken.


Je vertelde zonet over de tie-wraps. Zijn er meer dingen in het proces die zo arbeidsintensief gingen? 
FLORIAN: De curry saus. Er zitten veel kruiden in en het is een beetje transparant. Dus het was eerst zoeken naar dat transparante. Hadden we een mooie gel gevonden die zo opdroogt maar die is melkwit eerst. Daar gaat dan koffie doorheen voor de kruiden. En gekleurd met ecoline in plaats van acryl. Zodat je een transparante kleur krijgt.
KO: Je moet ook twee dagen wachten tot het uitgehard is voordat je de kleur ziet. Dus dat zijn allemaal van die praktische dingen.
FLORIAN: En je hebt twee soorten frikandellen. Als hij net uit het vet is zit hij nog strak in zijn velletje. Naderhand verschrompelt hij. Dat gaat binnen een paar minuten.
KO: Ik had ook wel een herinnering aan toen ik klein was en we friet en frikandellen gingen eten. Lag de frikandel net uit het vet op mijn bord en ging ik nog even naar de wc.
En dan kwam ik terug en riep ik: “Wie heeft er aan mijn frikandel gezeten?”
Omdat hij er zo anders uitzag.

Een hele nieuwe frikandel. 
FLORIAN: We hebben dus die verschillende soorten frikandellen gemaakt. Bij de verse is het heel belangrijk dat de onderkleur er goed op zit. Daar heb ik heel veel naar gekeken. Bij de verschrompelde frikandel is de vorm dan weer belangrijker. In de allergrootste versie komt dat heel mooi samen. Dat is de perfecte frikandel. Als hij zo strak is, is hij meestal nog te heet maar zo verrimpeld is hij lauw. Je moet hem eigenlijk een beetje ertussenin hebben.


Mondtemperatuur. 
FLORIAN: Ja, dan hoe je ook niet te kauwen. Dan gag je hem gewoon naar binnen.
KO: Wat ik grappig vind is hoe de saus erop zit. Als je een speciaal bestelt ziet het er niet uit, ze kwakken het gewoon in dat bakje. Hier ligt en druipt het allemaal heel esthetisch. Een echte frikandel speciaal ziet er niet zo lekker uit als die van ons.
FLORIAN: Die benadering heeft ook met pop-art te maken. Zo realistisch dat het realistischer is dan de werkelijkheid. En nog lekkerder dan de realiteit.
KO: Het gaat niet over smaak of letterlijk proeven. Maar over hoe je dat kan vormgeven.

Is het met die grotere snacks een zoektocht naar ‘de perfecte snack’?
FLORIAN: Ik heb wel een stijl ontwikkeld en een manier waarop ik nu wil dat ze eruit zien. Het zit hem voornamelijk in de details. Met de tekeningen ook.

KO: Ik denk dat dit hele project ook erg over kijken gaat. En realiteit en beleving van realiteit. We zijn allebei heel erg bezig geweest met kijken en waarnemen op onze eigen manier. Niemand gaat heel lang naar snacksaus zitten kijken, die eet je gewoon op. Maar nu word je gedwongen om te kijken. Je kan er zelfs niets anders mee omdat je ervan af moet blijven.

Hoe ziet de komende tijd er voor jullie uit? Wat kunnen we van Florian en Ko verwachten?
FLORIAN: Voor deze expo gaan we nog wel wat happenings organiseren.
KO: Ja.
FLORIAN: De eerste weken van juli heb ik een soort performance-route. Dus een performance op een buitenlocatie in een tuin waar ik al sinds maart mee bezig ben qua natuur. En daar ga ik mensen in meenemen. Daarna is het vakantie.
KO: Ik ben door het tekenen voor deze expositie heel erg geïnspireerd geraakt voor mijn eigen werk. Dus meer vreemde combinaties maken, meer kleurpotloodtekeningen. En doorgaan met performance ontwikkelen en muziek.

We ronden het interview af. In de expo-ruimte is inmiddels alles op zijn plek. Het licht in de vitrine van de Mega Frikandel speciaal kan aan, op een spiegelend display draait een bitterbal eindeloos rondjes. Smakelijke werken die voor een vettige glimlach op je gezicht zorgen, maar vergis je vooral niet in hoe frivool het er misschien uitziet. Iedere frikandel zit precies goed in zijn jasje, het paneermeel is zo krokant als het maar kan en elk individueel uitje ligt op de juiste plek. Kunst om je vingers bij af te likken, maar vooral ook om extra goed naar te kijken. 

Interview door: Jasmijn Kam

Bovenste foto: Mega Frikandel in Koelvitrine door Florian Borstlap & Ko de Kok- Gallery Untitled ©
Middelste foto: Mega Frikandel in Koelvitrine (detail) door Florian Borstlap & Ko de Kok- Gallery Untitled ©
Middelste foto 2: Frietjes Met lijst door Florian Borstlap & Ko de Kok  – Gallery Untitled ©
Onderste foto: Hamburger door Florian Borstlap & Ko de Kok – Gallery Untitled ©