Op bezoek bij Pallotti
Het is een stralende dag wanneer we langs gaan bij Pallotti. Wanneer we aankomen is de kunstenaar nog niet aanwezig, maar een van zijn ateliergenoten laat ons binnen. Genoeg tijd om even rond te spieken, dus.
Het atelier is enorm. Naast al het materiaal en de apparaten die Pallotti voor zijn werk gebruikt is er genoeg ruimte om zijn vier verschillende motors en crèmekleurige Landrover uit ’71 binnen te parkeren. Op zijn werkbank liggen nog stapels zwart isolatiemateriaal, met de hand in elegant gevormde stukjes gesneden.
Als Pallotti binnenkomt nemen we plaats in het kantoortje naast de grote hal.
Ik las op je website dat je een flinke ladder hebt moeten beklimmen om te komen waar je nu bent.
Op de basisschool werd er niet zo in mij geloofd. Ik was dyslectisch en moest naar een andere school, 15 kilometer verderop. Ik voelde me heel dom. In groep zes kregen we les op taalniveau van groep vier. Rond die tijd dacht ik: ik wil dit niet meer. Toen heb ik gevraagd of ik op hoger niveau kon leren. Uiteindelijk mocht dat vanaf groep zeven.
Jeetje.
Ik durfde nog niet groots te dromen en ging daarna naar de lagere technische school. Daar vond ik het moeilijk om alleen maar tussen de jongens te zitten, dus ben ik overgestapt naar een school vol vrouwen. Een huishoudschool, maar ze gaven ook handel en verkoop.
Daarna ben ik gaan doen wat mij zélf leuk leek en heb ik bouwkunde gedaan. Ik maakte al werkjes van boardfoam. Hoge maquettes van gebouwen, haast een soort raketten. Halverwege die opleiding dacht ik: de kunstacademie bestaat.
Hoe kwam dat op je radar?
Ik keek een documentaire, het ging over de Rietveld-academie. Toen dacht ik: Fuck, ik moet naar de kunstacademie.
Je bent in 2021 afgestudeerd. Dat is best kort geleden als je bedenkt hoeveel tijdrovende werken er in onze zalen staan.
De tentoonstelling is een verzameling van 5 jaar werk. Mijn tijd en hoe ik creëer is heel gek. Ik kan een hele tijd niks doen en dan heb ik plots periodes waarin tot diep in de nacht bezig ben, tot vervelens toe voor mijn vriendin. Dat vind ik lekker, mezelf totaal verliezen. Het helpt me ook. De eerste werken waar ik mezelf in verloor waren een weg uit de flinke depressie waar ik destijds in zat.
Waarom heb je voor de naam van Pallotti, een Italiaanse Heilige, gekozen?
Het eerlijke antwoord is dat ik wakker werd en “Pallotti” in mijn hoofd had. Toen googelde ik het en dacht: dit klopt helemaal. Een alter ego. Dat ben ik nog aan het uitbouwen. Ik heb de naam, het logo en de bril.
Wie is Pallotti precies?
Pallotti is een karikatuur van iemand die vooraanstaand is. Ik vind het interessant om daarop te reflecteren en het tegelijkertijd te bekritiseren. Iwan Klein, edelsmid en lid van het Gilde, is bijvoorbeeld ook voor mij bezig met het maken van een zegelring met Pallotti-logo. Met die ring signeer ik straks mijn werk. Het zijn de details die ik belangrijk vind. Het moet kloppen van A tot Z.
We zijn allemaal maar mensen. Ik vind het leuk om de draak te steken met wie zichzelf boven de ander verheft.
Waar zit het steken hem in? Wil je het niet eigenlijk zijn?
Dat blijft de paradox. Ik vond het ook altijd interessant, maar het irriteert me dat wanneer je vanuit je komaf kan opereren, je van alles voor elkaar kan krijgen waar andere mensen veel meer moeite mee hebben.
Dat heb je zelf ook ervaren, natuurlijk.
Ik ken mijn eigen afkomst. Mensen zien een jongen die mooie kleren draagt en van dure spullen houdt en dan denken ze: oh ja, dat is zo’n omhooggevallen klojo met ouders die dat allemaal voor hem faciliteren. Dat is absoluut niet zo. Ik doe het allemaal zelf. Ik had voor mijn gevoel al tien jaar geleden op het punt kunnen zijn waar ik nu zit.
Wel extra bijzonder hoe ver je gekomen bent.
Je kunt écht alles zijn in het leven. Ik heb vier verschillende motors en bij iedere motor hoort een ander pakkie en een andere persoonlijkheid. Je kan in leer een Hells Angel zijn of met pothelmpje op een Vespa ineens heel schattig zijn.
Overal zitten gradaties in. Ik kan me ook zielsgelukkig voelen als ik de hele zomer in één zwembroek en t-shirt loop. Zo ben ik een keer op vakantie gegaan naar Parijs, op een skateboard.
Hoe deed je dat?
Ik heb het hele stuk geskate. In 2014. Dat is zo zonder luxe, zo lekker. Een toch ook weer zó “anders”. Ik moet altijd lachen als ik mensen met blauw haar zie, dan denk ik: och, iedereen probeert op te vallen. Bijna alles en iedereen is een stereotype of karikatuur. We willen allemaal gezien worden. Ik doe het ook met mijn eigen spullen. Bijna alles wat hier in het atelier staat is tweedehands. Ik vind dat fijn.
Grappig, dat had ik niet zo snel achter je gezocht.
Het zit in de familie, al kopen zij ook wel dingen waar ik niet zoveel waarde in zie. Ik ben opgegroeid in een huis waar vaak rommel was. Ik houd niet van troep. Als je investeert in goede spullen en er zuinig op bent blijft het bijna altijd z’n restwaarde houden. Zo verspil je niets, ben je circulair bezig en economisch verstandig.
Toen we bij de opening van je expo waren zei Boban Braspenning, je ex-huisgenoot, dat het in jullie studentenhuis altijd één grote zooi was, maar jouw kamer een oase van rust.
Ik had letterlijk een visgraatvloer in mijn studentenkamer gelegd. Alle muren waren wit. Ik kan niet werken als ik geen schone lei heb. Dat is soms ook wel problematisch. Het moet netjes zijn voordat ik aan iets nieuws kan beginnen.
Wat mij opviel op de opening is dat mensen graag aan je werk willen zitten. Hoe is dat voor jou?
Ja, daarom sta ik er ook altijd bij. Het is vaak nog een onbekend materiaal voor ze. Ik snap ook niet waarom niet meer kunstenaars er gebruik van maken.
Je gebruikt XPS-foam, een isolatiemateriaal. Hoe ben je daarbij gekomen?
Dit materiaal heb je nodig als je met zo’n apparaat wil werken. De Styrocut 3. Met een ijzerdraadje snijd je het materiaal in vormen.
Het apparaat was er voor het materiaal?
Tijdens een stage in 2010 bij Martini Architecten moest ik vormstudies maken op de Styrocut. Ik had direct het gevoel dat ik iets tofs in handen had. Zij lieten me ook vrij om daar mee te spelen. Mijn eerste creaties waren meteen erg experimenteel.
Hoe beïnvloedt je opleiding bouwkunde je werk verder?
Ik ben een architect die kunstenaar is geworden. Misschien omdat ik aan een lichte vorm van bouwschaamte lijdt. Het is ook een poging mijn drang tot creëren een halt toe te roepen. De wereld is zo vol, en als je architect bent werk je mee aan dat proces van volbouwen.
Momenteel maak ik dystopische werken, waarin alle geëxplodeerd is. Grote gebouwen, plekken waar het alleen maar gaat om kapitalisme en geld.
Wanneer je de werken van dichtbij bekijkt komen die thema’s die je net aanhaalde duidelijk naar voren.
Ik laat in opgeschaalde vorm en met een knipoog de absurditeit van nu zien. Monopoly of Real Estate is een werk dat te maken heeft met mijn eigen situatie tijdens het maken, de wooncrisis.
Bij The (Un)playable world staat de multinational centraal zonder dat ik er eigenlijk nog naar refereer en bij “Faith in Capitalism” vond ik het interessant om mijn eigen logo te interpreteren als een soort religie en symbool voor kapitalisme. Er is eigenlijk nog maar één soort echt geloof, en dat is het kapitalisme. Dat torent als een basiliek boven alles uit, op het absurdistische af.
Is je werk bedoeld als waarschuwing?
Ik neem geen standpunt in. Laat de kijker zelf maar nadenken en conclusies trekken. Ik vind het leuk om de discussie te horen tussen toeschouwers, stilletjes vanuit de hoek van de galerie.
Niets is zwart of wit. Laat daar alsjeblieft ruimte voor zijn. Ik vind ook mezelf inconsequent.
Bedenk je van te voren alles wat op een plaat terecht komt?
Ik ben altijd aan het schuiven en experimenteren, maar merk wel dat de werken die ik meer voorbereid mensen meer aanspreken. Daarbij begin ik met één hoofdwerk, waar ik heel specifiek aan werk. Daar plan ik wel op vooruit. Het is hoe dan ook een ontzettende klus.
Het lijkt me ook meditatief.
Ja. Het is heerlijk, maar ik ben geen robot. Als ik een vorm een paar keer wil, kan ik wel plakjes snijden en als ik specifiek een model wil pak ik een beamer erbij, dan kan ik de vorm volgen. Maar het blijft handwerk. Ik maak er soms meerdere en dan kies ik de beste. Ik recycle ook materiaal.
De werken die naar kleuren zijn vernoemd, zoals de Pastel Blue-serie of het ei-vormige werk Eggism hebben een minder duidelijke boodschap. Ben je hier meer bezig met vorm dan met idee?
Ik denk dat Eggism je wel eens kan verrassen. Het concept daarvan is een volledig eigen stad waar je niet meer uit hoeft. De titel komt van egoïsme. Ik zag hierbij een wereld voor me waarin je eigenlijk nauwelijks meer naar elkaar omkijkt omdat je enkel nog in je eigen cocon/ei woont.
Wat ben je nu aan het maken?
Ik bereid me voor op een enorm werk dat mogelijk volgend jaar op het terrein van een groot muziekfestival wordt geëxposeerd. De vraag is nog of het binnen het budget kan. De tekeningen liggen er, maar het is niet verkeerd om al wat voorbereidingen te treffen. Ik wil in de toekomst sowieso groter gaan werken. We hebben net een kraan op de kop getikt, dan kan ik één deel ophangen, dat wordt zo’n 10 meter lang.
Wauw, een nog groter werk.
Ik maak een stalen frame. Mijn vader was vroeger lasser, dus misschien kan hij me ermee helpen. De afgelopen jaren kan hij helaas steeds minder, wanneer hij bij je is kan je hem het beste een taakje geven. Iets om te doen. Mijn moeder zegt dan: “Laat hem maar stofzuigen,” maar dat voelt voor mij raar. Toen hij hier in het atelier op bezoek was zei ik:
”Pa, dit is een soort hemel. Hier kan je alles dromen, doen en maken wat je wil.”
Toen heeft hij deze creatie in de vensterbank gemaakt.
Ter afsluiting van het interview neemt Pallotti ons nog even mee voor een kleine rondleiding van zijn woonplek. “Huize Hummus”, een ecologische woongroep. Vandaag is een van de twee dagen in de week dat ze groente en fruit halen dat anders weggegooid wordt ophalen en gratis uitdelen aan de buurt. Met een perfect rijpe nectarine in hand worden we met de landrover afgezet op het station. Pallotti en zijn vriendin zwaaien nog even gedag vanuit de vrolijk wegpruttelende bolide, en zijn dan vertrokken.
De tentoonstelling van Pallotti in Gallery Untitled duurt nog tot en met 4 september. We zijn open op vrijdag, zaterdag en zondag tussen 11.00 en 17.00. Wil je toch op een andere dag langskomen? Je kunt altijd even een afspraak maken via info@untitled2011.com.
Wil je een werk van Pallotti aanschaffen, reserveren of heb je vragen over de mogelijkheden voor proefplaatsing? Ook dan kan je het beste even mailen naar info@untitled2011.com
Interview door: Jasmijn Kam