Voordat we starten met haar interview is Nina nog net bezig om de laatste puntjes op de “I” te zetten voor haar allereerste solo-expo in Gallery Untitled. Wat opvalt is hoe goed ze zelf eigenlijk tussen haar werken past.

Met haar glanzende roodoranje haren en de pastelaccenten in haar kleren, zou ze niet misstaan in de sprookjesachtige taferelen die ze exposeert in Untitled. Ze leidt rond door haar expositie. We blijven even stil staan voor een van haar werken. Een groot rond schilderij van twee reigers, omringd met gele slangen.
“Het is misschien wel mijn favoriet, die reigers,” zegt Nina. “Omdat het zo’n harmonieus beeld is geworden. “


Het zijn ook iets hardere dieren dan je normaal uitbeeldt. Wat gevaarlijker.
Wat minder schattig. Ik houd daar ook van. Ik wissel het een beetje af, tussen lieve beesten en dit soort.”


Garden of Eden. Acryl, olieverf en graffiti op houten paneel

Als ik zo kijk naar je werk hier zie ik vooral die variatie in diersoorten, maar je hebt ook twee mensen geschilderd. Waar komen die vandaan?
Daar zit wel een gedachte achter. Ik vind mensen afbeelden ook interessant, maar mijn thematiek gaat echt over dieren en natuur. Mensen zijn er bijgekomen. Maar er is één voorwaarde: ze mogen erbij als ze zich netjes opstellen. Zij heeft een hele rustige uitstraling. De paddenstoelen groeien op haar. Door haar rust kan de natuur haar omarmen en wordt ze er onderdeel van. Ondergeschikt aan de natuur, zelfs. Het is niet zoals in de echte wereld, waar de mens alles maar kapotmaakt.

Ze voedt hem ook, die natuur.
Ja, het is heel respectvol. Hetzelfde bij die man daar links. De uilen zitten helemaal in zijn haar en hij is een soort onderdeel geworden van het hele landschap. Alleen op die manier vind ik het tof om mensen toe te laten tot die geschilderde wereld. Maar dus wel onder de voorwaarde dat ze zich gedragen. Ik vind het voor mij als kunstenaar tof om mensen erin te verwerken, maar het moet wel matchen. Als ik nu in een keer superglamourous vrouwen ga maken is dat raar. Dat voel ik zelf niet.

Je hebt het over de verhoudingen tussen mens en dier en over de verhoudingen tussen dieren. Dat is iets waar je duidelijk veel mee bezig bent in je werk. Waar komt dat vandaan?
Ik ben al bijna mijn hele leven vegetariër, tegen het veganisme aan. Je ziet hoe dieren als wegwerpproducten worden behandeld. Dat snijdt echt in mijn ziel.
Mijn werk hoeft ook niet een te zwaar thema te hebben als ‘een aanklacht tegen de bio-industrie’. Ik doe het meer op een subtiele wijze. Mijn muurschilderingen zijn natuurlijk in mensen hun eigen omgeving. Ik zou dan niet zo’n strijdlustige boodschap willen schilderen want dan denken mensen al snel: `’Maar ik wil gewoon mijn vlees eten`’.

Niet meteen de aanval in.
Precies. Ik probeer mensen dieren meer te laten waarderen. Of ze er anders over na te laten denken. Bijvoorbeeld door soms een raar dier te schilderen. Dat mensen in eerste instantie zeggen: “Wat is dat voor lelijke rat?”
Dan leg ik uit dat het een bedreigde diersoort is uit Australië. Soms zeggen mensen dan zelfs ook “sorry”.

Tegen jou of tegen het dier?
Allebei, geloof ik.

De dieren zijn allemaal heel realistisch geschilderd. De wereld eromheen en de manier waarop je het samenvoegt is heel magisch. Is er een overkoepeling en zijn die dieren ze allemaal in dezelfde wereld? Of zijn het losstaande beessies?
Het is natuurlijk niet zoals bij Raoul Deleo, die heeft een heel concept. Zo is het voor mij niet. Maar misschien ook wel, misschien komen ze juist uit een zelfde wereld. Als ik nu kijk zie ik ook ineens dat die uil en die dame allebei begroeid zijn door paddenstoelen: dat besef ik nu pas.

Oh joh! Ik zie daar ook nog een paddenstoel. En daar ook weer. Het is wel een terugkerend thema. 
Ik keek vorig jaar ook een documentaire over paddenstoelen. En hoe ze hun plek hebben op de aarde en allemaal verbonden zijn ondergronds. Dat vond ik heel mooi, met van die timelapses waarin je ze ziet groeien.

Het lijkt ergens ook op die wat ‘onaantrekkelijkere’ dieren die je vaak afbeeldt. Een paddenstoel is ook iets waarvan mensen vaak denken: het is een beetje een glibberig ding.
Is het ook! 
Ik vind het wel heel tof wanneer een botanisch element minder cliché is. Ik vind dat dieren en planten-elementen bij elkaar horen. Anders staan die dieren daar maar te staan. Ik wil wel wat aankleding. En planten zijn gaaf, maar een paddenstoel vind ik dan toch interessanter.


Mushrooms. Leren vintage tas met acryl verf

En in het werk “Ocelot, Civen & Raven x 2”, wat doet die hand bijvoorbeeld daar?
Er zit niet per se een diepe gedachte achter. Ik kies soms ook dingen puur op een visuele basis. De civetkatten zitten daar wel met een reden. Dat zijn van die katten die in Azië gebruikt worden voor die koffie. Men doet dat dan voorkomen alsof ze door de jungle lopen om braaf die uitwerpselen te verzamelen, maar dat is helemaal niet zo. Ze zitten in een kooitje en kunnen geen kant op. Verschrikkelijk. Dat is ook weer zo’n dier waarvan mensen misschien zeggen: wat is dat voor rare muis? Ik vind het dan tof om als mensen er naar vragen dat uit te kunnen leggen.
Maar die hand, die zit daar puur visueel.

En een amethyst in het midden zie ik. 
Ja, ik houd erg van kristallen. Ik heb een hele collectie ervan, maar dat is weel grotendeels esthetisch. Ze vallen voor mij in de categorie van planten, paddenstoelen, dieren. Ik kijk ook erg graag naar mijn stenen. Ze liggen in mijn atelier naast mijn schilderplek.

Op dit werk staan ook nog raven. Veel dieren in één werk, veel dieren in de expo. Heb je een lievelingsdier?
Nee. Ik heb wel momenteel een aantal favorieten. Raven zijn bijvoorbeeld een favoriet. Ook die ocelot. En ik ben momenteel ook wel geobsedeerd door reigers. Je ziet ze natuurlijk je hele leven en dan denk je wel eens: oh, daar staat er weer een. Maar als je dan goed kijkt zijn ze hartstikke mooi. Een soort tropische vogel.

Om weer een beetje terug te gaan: je bent heel bekend om je muurschilderingen. Ben je daarmee begonnen? Of juist met schilderen en tekenen?
Ik heb als kind heb ik wel getekend en geschilderd en toen ik net op de kunstacademie zat ben ik het muurschilderen een beetje ingerold. En daar ben ik nooit mee gestopt.



Hoe is het om dan nu je eerste expo in een galerie te hebben?
Heel raar! Ik heb hiervoor alleen maar op straat gewerkt. Lenny, de eigenaar van Untitled, stuurde me een berichtje met de vraag: we vinden je werk heel gaaf, zou je willen exposeren? En ik dacht: “heel leuk, maar waarmee?” Want ik had niks dat aan de muur te hangen was, letterlijk nul. Dit is ook voor mij de eerste keer dat ik schilderijen heb gemaakt.

Hoe lang heb je erover gedaan?
Ik ben hier een half jaar mee bezig geweest. In de afgelopen twintig jaar had ik misschien ook wel tijd kunnen nemen om eigen werk te maken, maar ik ben eigenlijk altijd wel bezig met murals. In mijn hoofd was ik daar denk ik toch te druk mee.



Is het anders om op een kleiner medium te werken?
Niet heel erg. Hetzelfde, maar dan kleiner. Ik heb mezelf de ruimte kunnen geven om meer details te verwerken. En ik hoefde natuurlijk geen rekening te houden met de openbare ruimte. Bijvoorbeeld met die reigers: die zou ik kunnen voorstellen, maar dan is de kans groot dat buurtbewoners zich toch niet fijn voelen bij die slangen. Ik heb mezelf meer vrijheid kunnen geven voor deze expo.

Je hebt de schilderijen voor deze expo in een best korte tijd gemaakt, hoe je je dat ervaren?
Ik zou willen dat ik sneller was, dan had ik nog wel een dubbele hoeveelheid kunnen maken. Ik heb zoveel ideeën nog in mijn hoofd. Ik was zelfs een beetje teleurgesteld, dat ik dacht: “Ah, moet ik nou al stoppen, is het nu al expo-tijd?” Ik kan nog wel even doorknallen.

Hoe begin jij aan een werk?
Ik sla heel veel afbeeldingen op. Constant. Op Pinterest en vooral op veel op Instagram. Dan ben ik aan het scrollen en denk ik: “Oeh!” En alles waar ik “Oeh!” bij denk, dat sla ik op. Als ik dan iets wil maken ga ik door die opgeslagen afbeeldingen scrollen. Daar kies ik er een aantal uit en dan maak ik in photoshop een soort collage met al die losse afbeeldingen. Daarna ga ik schuiven, elementen groter of kleiner maken, achtergrond, voorgrond, kleur veranderen. En als het bijvoorbeeld een zeldzame diersoort is waar maar heel weinig foto’s bekend van zijn, dan wil ik niet letterlijk die foto namaken. Dan knip ik dat dier in stukjes en van die foto’s maak ik een nieuw plaatje. Zo komt het dan langzaam tot stand.

Als je een muurschildering hebt gemaakt treedt er op gegeven moment ook een bepaald soort verweer in. Hoe verhoud je je daartoe?
Ik werk alleen met de allerbeste verf. Waterbestendig, UV-bestendig. Dus het komt eigenlijk niet veel voor. Al gaan er wel binnenkort een paar van mijn murals tegen de vlakte.

Hoe vind je dat?
Eigenlijk heel leuk. Ik zou er bij willen zijn, maar ik ga helaas weg de komende tijd. Het werk staat op drie flatgebouwen, mijn eerste drie grote schilderingen. Ook symbolisch, eigenlijk. Ik sta nu hier en over een paar dagen gaat mijn eerste werk tegen de vlakte. Ik vind dat wel tof. Zo ben ik begonnen. En kijk hoe ver ik nu ben met mijn werk.

Je werk is in de openbare ruimte. Gebeurt het wel eens dat iemand er iets overheen verft of tekent?
In Nederland niet. In Portugal wel, daar is een soort oorlog tussen street art een graffiti. Dat is echt haat en nijd, vooral vanuit de graffitikant. Omdat de street artists vaak de mooiste plekjes krijgen. Je merkt het hier ook wel, maar hier kijken ze vooral gewoon boos. Dan ben ik aan het werk en dan vragen ze: “Is het een opdracht?” en dan zie ik al aan hun gezicht dat ze niet blij zijn. In Portugal is er dus wel eens een werk van mij beklad, maar iemand die ik ken daar heeft het voor mij gefixt.

Heb je, voordat je aan muurschilderingen begon, wel eens de graffiti-spuit opgepakt? 
Toen ik 19 was heb ik wel wat geprobeerd. En dat was per ongeluk illegaal. Ik stond buiten op een, naar mijn weten legale muur, midden op de dag en was lekker aan het oefenen. Gewoon voor de lol, ik zat toen nog op de academie. En er kwam een oudere man langs en ik zo: “Goedemiddag”. En hij: “Je weet dat dit is opgeheven, toch? Dit is geen legale plek meer. Als ik jou was zou ik weggaan.” Maar dat is het spannendste wat ik ooit gedaan heb wat dat betreft. Heel rock en roll.

Je hebt nu je solo-expo, hier in Untitled. Dat is een bereikte droom. Als je nou zo groot mogelijk droomt als je kan, wat zou je dan nog wensen?

Ik heb nog nooit hoger gewerkt dan zes verdiepingen. Ik ga nu op tour om vier muurschilderingen te maken in Ierland, Italië en Zweden. En die van Zweden is de grootste tot nu toe, zeven verdiepingen. Maar ik zou het wel tof vinden om een keer twaalf of hoger te doen. Maar dat is ook dubbel, want hoe hoger je gaat met zo’n hoogwerker, hoe instabieler het wordt. Dan sta je helemaal te wiebelen.

Krijg je dan geen last van hoogtevrees?
In het begin wel. Zo’n bakje is helemaal open, de vloer is helemaal open. Je ziet alles. En het wiebelt. Ik zal eerlijk zeggen: Bij het maken van die eerste schilderingen, die nu tegen de vlakte gaan, liepen de tranen uit mijn ogen van angst. Ik hield me ook echt zo stevig vast. Maar tegenwoordig vind ik het leuk, nu sta ik ook met muziek op in dat bakje. Als je echt hoog gaat voel je het ook zo goed als de wind waait. Als ik de kans krijg voor zoiets hoogs als twaalf verdiepingen, ga ik het zeker wel doen.


Bumble bee. Mural in Rotterdam

Hoe lang ben je ongeveer bezig met een muurschildering? 
Voor een grote zo’n tien dagen.



Krijg je niet ontzettend last van je arm? 
Ik loop permanent bij de fysio. Lijden voor je kunst. Ik ben links en sta mijn hele leven nu dus al een beetje scheef. Ik sta soms dagen in de stromende regen of juist de brandende zon. Het is ook wel survival. Ik verbrand natuurlijk levend in de zon. Zeker nu met die trip zijn het lange dagen. Ik ben straks in Italië elf dagen, waarvan ik er vijf in quarantaine moet. En daarna heb ik vijf om het werk te maken. Dat worden dagen van 12 uur per dag schilderen.

Ik zie jou heel erg terug in de kleuren van je werk. Zelfs je haarkleur komt vaak terug in je werk. Je hebt een vrij vast kleurenpalet. Is dat een bewuste keuze?  
Da’s zo gegroeid. De kleuren die ik graag draag zijn ook de kleuren die graag schilder. Paars, petrol, turkoois. Dat zijn kleuren die ook bij mij passen en die ik aantrekkelijk vind. Gisteren sprak ik Lenny en ik durf het bijna niet te zeggen, want hij moest erg lachen. Voor mij is mijn werk heel ingetogen. Voor mij is bijvoorbeeld dit werk, qua kleurenpalet heel ‘rustig’. Ik vind het wel sereen en rustig qua kleur, maar hij dacht daar toch anders over, haha.

Nadat we het interview afronden komt het model van Nina’s schilderij Part of it all binnen om voor het eerst het werk te bekijken. Hoewel ze volledig in het zwart is gekleed, past ze toch heel goed tussen de bijzondere dieren die Nina voor deze expo heeft geschilderd. Ze grijnst van plezier wanneer ze het werk ziet. En dat blijkt tijdens de opening, een paar dagen later, eigenlijk ook de algemene reactie van mensen op het werk van Valkhoff. De dieren en mensen die Nina schildert mogen dan misschien een beetje vreemde vogels zijn, haar kleurrijke en fijne werken zorgen voor een grote en vrolijke glimlach op je gezicht.


In Gallery Untited met model voor Part of it all. Acryl, olieverf en graffiti op houten paneel

Animals Like Us is nog tot en met 15 juni te zien in Gallery Untitled. Een overzicht van al het beschikbare werk van Nina Valkhoff vind je op onze webshop. 

Gallery Untitled is weer open op vrijdag, zaterdag en zondag tussen 11.00 en 17.00 en op afspraak.  We zien je heel graag weer terug in Untitled!

Portret Nina Valkhoff (c) bovenaan voor 1 van haar murals
Interview: Jasmijn Kam